Kelly Conroy Smith.
Dit is het persoonlijke verhaal van Kelly over haar weg naar vrijer spreken.
Ze benadrukt dat het niet haar bedoeling is om iemands vooruitgang te ondermijnen of zijn/haar verhaal over herstel op enigerlei wijze te bagatelliseren. Ze zegt daarbij dat als je het niet eens bent met haar bevindingen, zij dat zal respecteren en dat ze niemand haar persoonlijke overtuigingen wil opdringen.
Voordat ik aan deze weg naar de kern van mijn stotteren begon, zag ik mijn worsteling alleen als een spraakprobleem. Ik was er zeker van dat stotteren iets was dat buiten mijzelf gebeurde en alleen aanwezig was als ik mijn mond opendeed om te spreken. Toen ik eindelijk ophield met het noemen van mijn probleem als stotteren en het verving door “terughoudend” (holding back), was het alsof deze hele nieuwe kant van mezelf aan mij werd onthuld.
Toen dit zaadje eenmaal was geplant, leek mijn geest onstuitbaar om meer te weten te komen over mijn neiging om me in te houden voor mijn ware zelf. Ik keek naar mijn ervaringen uit het verleden en voerde echt eerlijke gesprekken met mijn innerlijke zelf over mijn huidige opvattingen over niet alleen mijn spraak, maar ook over mezelf als een compleet persoon en hoe ik met haar omging, of niet. Mijn hele leven heb ik het idee gehad dat ik mijn stotteren van mijn vader had geërfd, dat het puur neurologisch was en dat er weinig aan te doen was dan dit deel van mezelf te accepteren en door te gaan. Maar voor mij was het idee van stotteren als een puur genetisch gebeuren zo beangstigend omdat ik het zag als een gevangenis die mij werd opgedrongen, en niet als iets dat ik zelf in stand hield. Ik zie nu dat het stotteren slechts het bijproduct was van de aangeleerde beslissing van mijn geest om me in te houden, gehuld in de valse overtuiging dat ik machteloos was om er iets aan te doen.
Toen ik opgroeide werd ik nooit boos; ik was zo bang voor mensen in het algemeen dat ik dacht dat ik niet het recht had om boos te zijn op iemand; ik voelde me eigenlijk machteloos, maar dat wist ik nog niet. Mijn neiging om woede te vermijden werd verder beïnvloed door het hardvochtige gezin waarin ik ben opgegroeid en het idee dat ik altijd perfect en aangepast moest zijn om het geschreeuw en verbale explosies van het ouderlijk gezag te vermijden. Van jongs af aan lag mijn kijk op mezelf door de ogen van anderen en om die reden kon spraak nooit onbewust en vrij zijn zoals het bedoeld was, omdat mijn leven destijds dergelijk gedrag niet toestond. Anderen behagen werd een manier van zelfbehoud en een manier om geluk te vinden, of op zijn minst een gevoel van vrede.
Als iemand die zeer gevoelig is, voelt het alsof je receptoren te allen tijde op hoog volume aan staan, zodat het behagen van anderen een negatieve invloed kan hebben op jouw gevoel van eigenwaarde. Als kind dat een emotioneel trauma heeft doorstaan, werd ik als het ging om wat ik wilde, emotioneel geveld en beschaamd als ik assertief was. Dit leidde vervolgens tot deze fundamentele overtuiging dat er iets “verkeerd” in mijzelf was, iets dat verborgen moest worden gehouden, dus de terughoudendheid werd geboren uit noodzaak om te overleven.
Zelfs later als jong volwassene vond ik het erg moeilijk om te weten wat ik uit het leven wilde halen of wie ik wilde zijn, omdat ik de onbewuste overtuiging had dat ik niet het recht had om iets te vragen. Ik geloofde dat ik alleen maar goed was met wat het leven me zou toestaan, maar om iets vragen, zoals boos worden, leek uitgesloten. Ik zat vast in deze gecontroleerde toestand, een totale onderdrukking van mijn innerlijke zelf.
Pas toen ik eind twintig was, realiseerde ik me dat ik veel van deze ongezonde gewoonten uit mijn kindertijd had behouden en bracht ze mee naar mijn volwassen leven. Het vermijden van de waarheid en het gelukkig maken van mensen gaat maar tot een bepaald punt; dan word je je bewust van de realiteit van je gedrag, en dat was een moeilijke pil om te slikken, maar niettemin een noodzakelijke.
Toen ik carrière maakte, schopte ik het tot de functie van Corporate Catering Manager & Logistics Coordinator, maar ik voelde me een bedrieger. Op papier had ik die positie verdiend, ik was ervaren en had meer dan de juiste opleiding genoten, maar ik had nog steeds het gevoel dat ik het niet waard was vanwege mijn spraakproblemen; de machteloosheid die het me oplegde, gaf me een minderwaardigheidsgevoel.
Dat is het frustrerende van iemand te zijn die stottert; wetende wat je diep van binnen kunt, maar jezelf niet kunt presenteren op een manier die bevorderlijk is voor je potentieel, maar ik deed het mezelf aan. Uiteindelijk begreep ik dat niemand anders deze gedachten over mij had, niemand anders stopte me in deze kist behalve mijn eigen geest. Deze gevangenis die ik mijn hele leven zo hard had geprobeerd te vermijden, was mijn eigen ontwerp en was iets wat ik in mezelf aan het manifesteren was.
Ik realiseerde me dat ik een volwassene was die nog steeds luisterde naar de neiging om me net zo machteloos te voelen als in de kindertijd. Het duurt even voordat deze ideeën uit ons leven verdwijnen als we opgroeien en om dit te laten gebeuren, moeten we ons hier eerst van bewust worden. Dat besef was de langverwachte eerste stap voor mijn innerlijk herstel van deze zelf toegebrachte machteloze gevangenschap waarin mijn geest momenteel leefde.
Naarmate die weg vorderde, realiseerde ik me dat het voor mij nooit de bedoeling was om vloeiend te spreken, omdat ik echt niet geloof dat ik mijn spreekvaardigheid aan iemand verschuldigd ben. Ik ben het mezelf veeleer verschuldigd om niet in te houden en de bewuste criticus die ik zelf van jongs af aan op mijn spraak legde het zwijgen op te leggen. Spraak moet een vrij stromende onbewuste handeling zijn die wordt gekleurd door onze emoties en ware gevoelens. Als ik nu vloeiend kan spreken, ben ik niet langer geschokt en verbijsterd, en als ik mezelf zie inhouden, ben ik me bewust van de veranderingen die ik moet doen om me te brengen waar ik wil zijn. Stotteren is voor mij niet langer een mysterie of een willekeurige aanval die vanuit het niets komt; ik ben er achter gekomen dat het correleert met mijn innerlijke overtuigingen en percepties.
Ik geloof dat de weg naar vrijer spreken er niet één is die de meeste van de traditionele logopedie voor ons kan beantwoorden. Er is eerder een transformatie van het hele zelf voor nodig, te beginnen met die verkeerde overtuigingen die ik van kinds af aan heb opgedaan en die delicate innerlijke werkingen weer op te bouwen die de vlammen van het idee om terug te houden aanwakkeren. Ik ben niet langer machteloos.
Als kind ben je machteloos, hoe kon je al die pijn trotseren? Nu je een volwassenen bent vlucht niet van die pijn, je bent niet meer machteloos!
Wat heeft Kelly het mooi verwoord. Zo is het en niet anders.