Grond onder je voeten

Heb jij het stottersysteem al kunnen doorgronden om uit de worsteling van zelfonderdrukking te komen?

Vaak hoor ik van PDS dat ze er niet achter komen waarom ze stotteren in bepaalde situaties. Alsof ze overvallen worden vanuit het niets en overgeleverd zijn aan de willekeur van stotteren …

Maar echt, achter het mechanisme van het vecht/onderdrukkingsgedrag gaat een gedachte vooraf die de angst om te gaan stotteren triggert. Dit is zo ingeslepen dat het onbewust is geworden. De overtuiging dat stotteren slecht is ligt hieraan ten grondslag.

Het zou al een wereld van verschil zijn als er goede voorlichting wordt gegeven over wat stotteren in wezen is. Voor de PDS zelf maar ook voor de gemeenschap.

Bovenal ook voor de kinderen die stotteren en opgroeien met het gevoel dat ze minderwaardig zijn aan anderen. Zij ontwikkelen een vechtgedrag om het stotteren koste wat kost te onderdrukken omdat stotteren wordt gezien als iets wat gemaakt moet worden; een mankement. En iets wat gemaakt moet worden is kapot. 

Vooral ook dat onvloeiende spraak niet meer aan het stotterende kind wordt uitgelegd aan de hand van een kikker, slak en een egel want dan ligt de focus op het symptoom. ‘Kikkerspraak?’ Een kind, zeker een hoogsensitief kind, zal dat negatief naar zichzelf vertalen.

Het breder zien verlegt de focus van de vermeende spraakstoornis. De behandeling van het symptoom verleggen naar geruststelling dat stotteren niet ongrijpbaar is maar een verkeerd aangeleerde aansturing van het spraakproces. De taal is er al. De focus op woorden verleggen naar de focus op de stem, wat de basis is van hoorbare spraak.

Die geruststelling maakt een wereld van verschil in het proces van het oplossen van het vechtgedrag om het stotteren te onderdrukken. Dit is het eigenlijke probleem. 

Schaamte en angst voor afwijzing is een reactie op de overtuiging in jezelf dat stotteren fout en slecht is. Moet je je schamen voor onvloeiende spraak wat je toch werkelijk niet expres doet?

Het moedeloze ronddobberen, zonder te weten waarom iets is zoals het is, is frustrerend. 

Met een duidelijke intentie dobber je niet meer rond maar zet je je koers uit. Het doorgronden van stotteren/blokkeren geeft je vaste grond onder je voeten.

Volhardend, zoals de kikker in het onderstaande verhaaltje, wat mij altijd bij is gebleven.

Er waren eens … 

Er waren eens twee kikkers die in een emmer met room waren gevallen. Ze probeerden er uit te springen, maar hoe ze ook sprongen met alle kracht van hun sterke achterpoten, de rand van de emmer was te hoog. 

Ze zwommen in alle richtingen, rond en rond in de emmer, maar ze vonden geen uitweg. Ze doken naar beneden en speurden de bodem af, centimeter voor centimeter maar er was geen uitweg.

De ene zei: “dit is uitzichtloos, we zijn verloren.’ Hij stopte met zwemmen en zonk naar de bodem.

De andere zag ook geen oplossing, maar hij weigerde op te geven en zonder enige hoop, zonder doel, bleef hij zwemmen. Hij zwom eindeloze, wanhopige rondjes in de emmer met room en gaf niet op om een manier te vinden om uit deze situatie te komen. Maar door het constante bewegen en het spartelen met zijn lange poten, het eindeloze roeren, werd de room gekarnd tot boter zodat de kikker vaste voet aan de grond kreeg om zijn sprong te kunnen maken.  

‘Kkwaak’, sprak hij vrolijk vanaf de rand van de emmer en sprong de wijde wereld in.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Na het plaatsen van een reactie moet deze eerst worden goedgekeurd voordat deze verschijnt.

Er zijn nog geen berichten achtergelaten, wees de eerste.